Het symbool van Calpe is ongetwijfeld de bekende rots ‘Peñon de Ifach’ die door sommigen ook wel eens ‘het kleine Gibraltar’ genoemd wordt. Nu is ‘klein’ een relatief begrip maar deze 332 meter hoge kalkstenen kanjer blijkt met zijn 50.000m² het kleinste beschermde gebied in Spanje te zijn. 

De officiële Spaanse naam voor het natuurpark is ‘Parque Natural del Peñon de Ifach’. De rots rijst hoog boven de zee uit. De verbinding met het vaste land is op natuurlijke wijze ontstaan door puin dat van de rots viel over een periode van duizenden jaren. Op de rots bevinden zich verschillende zeldzame planten die alleen op deze plaats voorkomen. Meer dan 300 soorten dieren hebben hier hun habitat gevonden en verschillende vogels vinden dit de ideale locatie om hun nest te bouwen. Achter de rots bevindt zich een lagune door reepjes zandstrand van de zee afgesloten. Het drassige land achter de lagune is alles wat overgebleven is van het vroegere Marina Alta moeras. Aan de westkant bevindt zich een grot met een zoetwaterbron. Deze is enkel en alleen voor duikers toegankelijk.

De rots is heel gemakkelijk te bereiken. Je neemt de N332 naar Calpe en daar volg je de aanwijzing ‘Parque Natural de Peñon’. De wegwijzer brengt je naar een gratis parkeerplaats. Van daaruit ga je te voet richting het bezoekerscentrum. Vanaf het bezoekerscentrum start een wandelpad naar de top van de Peñon de Ifach. Starten doe je op een hoogte van 50m en je kan klimmen tot een hoogte van 332m. Gezien de rots een beschermd natuurgebied is en een eeuw geleden nog enkel aan de planten en dieren toebehoorde, wordt het aantal bezoekers beperkt in de maanden april, mei, juli en augustus. Wees vooral voorzichtig in het voorjaar. Veel meeuwen bouwen hun nest op de Peñon de Ifach. Zij kunnen zich behoorlijk opwinden en vrij agressief uit de hoek komen als je te dicht in hun buurt komt. De wandeling op zich duurt 2 tot 3 uur (heen en terug) en is verdeeld in twee stukken. 

Het eerste stuk tot aan de tunnel is geschikt voor iedereen met een beetje conditie. Het pad is goed aangelegd en gaat gelijkmatig zigzaggend omhoog. Je zou dit zelfs op je teenslippers kunnen doen, al raden we dit niet aan. Na het passeren van enkele mooie uitzichtpunten bereik je de tunnel. Ben je toch op je teenslippers gekomen dan keer je hier best om. Hier begint namelijk het tweede stuk van de wandeling. De tunnel is ongeveer 50 meter lang,  loopt schuin omhoog en is best glad. Door de regen en de vele wandelaars zijn de stenen afgesleten. Hoewel aan de zijkant van de tunnel touwen bevestigd zijn om het vallen te voorkomen, is het nemen van de tunnel best spannend. Het vereist meer inspanning en stevige bergschoenen zijn hier geen overbodige luxe. Voorbij de tunnel wordt het er niet gemakkelijker op . De weg wordt steeds gevaarlijker omdat het langs smalle kliffen gaat. Vanaf hier moet je goed opletten waar je je voeten plaatst. Hier en daar zijn touwen geplaatst die je als houvast kan gebruiken om de doorgang te vergemakkelijken. Het pad vanaf de tunnel en het resterende gedeelte naar de top is enkel geschikt voor een geoefende wandelaar met bergschoenen met goede grip. Op de top die op een hoogte van 332 meter ligt, heb je een prachtig uitzicht op Calpe en de Costa Blanca. Bij helder weer zou je vanaf de top zelfs Ibiza ongeveer 90 km ver in de zee kunnen zien liggen. De terugweg verloopt via hetzelfde pad. Denk er aan dat er onderweg geen voorzieningen zijn. Zorg dat je bij aanvang van de wandeling voldoende water, voedsel of snacks, zonnebescherming en eventueel een windjack meeneemt. In de tunnel kan het behoorlijk fris zijn.